De Strontrace


In een notendop varen de deelnemers aan de Strontrace van Workum naar Warmond en weer terug. Zonder motorgebruik. En wie het eerst terug in Warmond is wint de zilveren breilepel.  

De Strontrace gaat van start in drie klassen: de Lichte, de Zware én de Vrije klasse.

Wat is wat: Lichte, Zware en Vrije klasse.
In de Lichte klasse doen over het algemeen Skûtsjes, Westlanders of vergelijkbare platbodems mee. Het moeten uiteraard vracht varende schepen zijn geweest. Met luiken kappen of een opgebouwde roef, beiden kan. In de lichte- en vrije klasse varen de over het algemeen wat kleinere schepen. Vooral in het binnenwater zijn er voor deze schepen eigenlijk weinig beperkingen om door te varen. Obstakels zoals de meeste bruggen kennen een doorvaarthoogte die met gestreken mast toch gepasseerd kan worden. Dat maakt dat er eigenlijk nooit een stopmoment in de route zit. Behalve als hier zelf voor gekozen wordt. De bemanning in de lichte klasse wordt ingedeeld met de gedachte hoe vroeger de schepen ook werden bestuurd. Met een kleine bemanning, vroeger waren dit een schipper met een vrouw en soms een maat. In de lichte klasse is het minimum aantal bemanningsleden vier. In de reglementen is vastgelegd hoe een bemanning kan worden samengesteld. In de praktijk zijn dit bij ervaren team vier tot vijf bemanningsleden. Dit betekent dat er veel wordt gevraagd van lijf en hoofd onderweg. De lichte klasse wordt dan ook door vele bemanningen gezien als een sprint met een lange adem. Een intens en prachtig avontuur en uniek om op deze manier met bijvoorbeeld een Skûtsje door het Nederlandse landschap te varen. Onderweg zijn er mooie reacties van kijkers aan de wal en de tocht wordt door velen gevolgd middels de sociale media kanalen en track & trace. 

In de Zware klasse doen de grote schepen mee, zoals Klippers, Zandaken of Kraken. Op de hand worden deze grote schepen door Nederland geloodst. Zeilend, bomend en jagend vergt dit een hele lange adem en uithoudingsvermogen van de bemanning. Een schip in de zware klasse heeft meestal acht of negen bemanningsleden mee, het exacte aantal bemanningsleden wordt bepaald door de afmetingen van het schip, de tuigage en het laadvermogen. Dat aantal is vergelijkbaar met de bemanning van vroeger op dit soort schepen. Het is hard werken en een geweldige prestatie als team om deel te nemen in deze uitdagende klasse. De zware klasse is uiteraard langer onderweg. Zeker bij tegenwind op de Ringvaart neemt de tocht een aanzienlijk deel van de Strontweek in beslag. En de bruggen moeten draaien, zodat er geregeld deelnemende zware schepen in de Ringvaart moeten overnachten. Een welkom moment voor de bemanning om bij te tanken en hierna door te zetten. Op open water heeft deze klasse juist een voordeel van hun formaat door onder andere meer zeil. Ze leggen dezelfde route af als de lichte- en vrije klasse maar moeten vanwege hedendaagse veiligheidseisen enkele plekken op de motor passeren. Dat is bijvoorbeeld het geval in (een deel van) Amsterdam en Haarlem. 

In de Vrije klasse kan worden deelgenomen zonder de "beperking" van het aantal bemanningsleden maar wordt verder met hetzelfde reglement en dezelfde regels gevaren. Het gaat ook hier om dezelfde keuzes en dezelfde vaardigheden. Het enige verschil is het aantal bemanningsleden. Het is in deze klasse dus mogelijk om hetzelfde avontuur te beleven - maar met meer handen aan dek. Wat is er mooier dan als afsluiter van het seizoen, met het hele team mee te doen aan de Strontrace in de vrije klasse? Teambuilding in optima forma!